Ken je van die mensen, die tegenwoordig te midden van elk gesprek opeens roepen ‘Dát ga ik aan Chat vragen!’ Zo iemand is mijn man dus. Te pas en te onpas haalt hij Chat erbij. Zijn we eindelijk gezellig samen op een date night wordt de romantiek weer bruut verstoord door een oeverloos onderonsje met de kletsrobot.
Dat gaat zo de hele dag door. Elk wandeltje, elke roadtrip, elke serie-avond wordt ons derde wiel erbij gehaald. Zelf over een antwoord nadenken, is er niet meer bij. We doen niet eens meer moéite om in onze geheugens te graven. Nog vóór ik een onderwerp in de juiste bovenkamer heb gelokaliseerd, is mijn man alweer in een diep gesprek met Chat verwikkeld.
Geen ontkomen aan
In het begin, ongeveer een jaar geleden, was het nog wel geinig. Als we ergens écht niet uitkwamen, was er altijd nog de slimme AI-assistent. De beste series uit de jaren twintig, het nut van het supplement Ashwagandha en de symptomen van narcisme; hij had binnen mum van tijd alle antwoorden. I-de-aal wanneer je een keer flink vastloopt. Maar inmiddels begint en eindigt de dag met Chat.
Prangende vragen
Ergens géén antwoord op hebben, is voor die leergierige, nieuwsgierige, tech savvy man van mij geen optie meer. Alles gaat langs onze virtuele assistent. We kunnen natuurlijk niet met vragen blijven zitten. Waarom zijn tuinbroeken nu zo geschikt voor werklui? Hoe kun je een nieuwe taal leren, terwijl je slaapt? En in welke films speelde Leonardo DiCaprio samen met Robert De Niro? De antwoorden moeten altijd meteen op tafel.
Stop, hou op!
Ik kom er ook niet meer tussen. Ja, door op een gegeven moment heel hard ‘STOP, genoeg!’ te roepen. En zelfs dan doen zowel mijn vriend als Chat alsof ze me niet hebben verstaan.
Lees mijn volledige column over de relatie tussen mij, mijn man en Chat nu op De Telegraaf.