Nieuwe LINDA. Column
Zei iemand “mooie jurk” dan reageerde ik met “H&M”. Kreeg ik een compliment over mijn armbanden, riep ik “5 euro op de markt”. Complimenteerde iemand me tot voor kort met mijn mode-items, dan riep ik meteen waar het vandaan kwam en voor wat voor spotprijs ik het op de kop had getikt. Was iets duur, dan hield ik het keurig voor me, maar op de één of andere manier wilde ik altijd delen wat voor een koopje iets was. Toch volstaat een enkel “dank je” prima als reactie. Als mensen denken dat iets luxe en onbetaalbaar is, waarom zou je ze dan niet in die waan laten? Nee, heb je iets heel goedkoops gescoord dan is het chiquer dat juist niét te vermelden, dat heb ik door schade en schande wel geleerd.
In de P.C.
Onlangs bezocht ik een mode-event aan de P.C. Hooftstraat. Samen met modevriendin D. stond ik voor de deur van Tiffany’s. Toevallig hadden we allebei dezelfde tas bij ons. Een stijlvolle shopper van namaak slangenleer, die we los van elkaar voor een fijn prijsje hadden gescoord. Geen luxe it-bags, er stond niet eens een merkje in, maar prachtig waren ze zeker.
Dat vond ook een passerende oudere dame (op en top P.C. consument: hoogblond, diepbruin en hondje in bijpassende outfit) die ineens voor onze neuzen stil stond en de tassen aandachtig bestudeerde. “Warr zijn jullie tassen van?” vroeg ze met een bekakt/Oost-Europees accent. “Eh..nou ja, eigenlijk zijn ze merkloos.” Het gezicht van de vrouw, die verwacht had de naam van een topontwerper te horen, betrok (voor zover dat kon): “Oeuww…merkloows.” Ietwat beteuterd vervolgde ze: “Warr komen ze dan vandan”? “Uit het World Fashion Centre”, zei D. Opnieuw niet het antwoord dat de vrouw wilde horen. “Hoe doer zijn ze dan?”, probeerde ze tot slot. “Veertig euro, inkoopsprijs.” Drie keer mis. Ontsteld wierp de vrouw ons een laatste walgende blik toe, om zonder te reageren samen met het schoothondje haar weg te vervolgen. Haar boodschap was duidelijk: de budgettassen hoorden niet thuis in de P.C. en wij leerden dat niet iedereen even dol is op koopjes.
Geen Céline
Een maand later droeg ik een paar fantastische, nieuwe hakken naar een modeshow. “Mooie Célines, schat”, zei modekenner J. naast me. Ieder ander zou bedankt hebben voor het compliment, maar ik kon het weer niet laten. “Ze zijn gewoon van de Zara hoor”, zei ik, waarop J. me vol afkeur aankeek. Opnieuw te eerlijk. Wat is er mis met een simpel “dankjewel”?
Succesnummer
Inmiddels, talloze van dit soort voorvallen verder, heb ik het trucje dan eindelijk onder de knie. Ik word zelfs wellicht iets te doortrapt. Zo maakte ik tijdens de Amsterdam Fashion Week furore met een enorm in het oog springende ketting versierd met grote stenen. Er werd naar gestaard en gewezen, diverse bloggers kwamen er een speciale close-up foto van maken en hij werd zelfs gefilmd. Ik had ‘m zes jaren geleden bij budgetketen Primark geshopt voor nog geen vijf euro, maar die avond was het mijn succesnummer.
Leugentje om bestwil
Halverwege de avond, was daar de onvermijdelijke vraag. “Waar is-ie van?”, vroeg een ex-collegaatje, terwijl we net in een kring van zes modejournalisten stonden. “Vintage!” Opeens schoot het door mijn hoofd en voor ik het wist, was het eruit. En het werkte nog ook. Geen wanstaltige blikken, nee het feit dat de ketting vintage was, maakte ‘m blijkbaar extra bijzonder. Die houd ik erin. Als niemand de items herkent, wie ben ik dan om er afbreuk aan te doen? Bovendien, een ketting van zes jaar oud is zo goed als vintage, toch?!